De Vlaamse regering heeft de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen definitief goedgekeurd. Wie vanaf 1 januari 2022 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een niet-residentiële gebouweenheid die niet voldoet aan de nieuwe wetgeving, krijgt vijf jaar de tijd vanaf de verwerving om aan de nieuwe energiebesparende maatregelen te voldoen. Daar bovenop moeten kleine niet-residentiële gebouwen vanaf 2022 een energielabel C of beter behalen. Grote niet-residentiële gebouwen moeten vanaf 2023 in een minimaal aandeel hernieuwbare energie voorzien. Met deze nieuwe wetgeving wil de Vlaamse overheid een eerste stap zetten richting koolstofneutraliteit in 2050 voor niet-residentiële gebouwen. Maar wat houden die maatregelen juist in en wat zijn de voordelen voor de nieuwe eigenaars?
Vier nieuwe maatregelen
Niet-woongebouwen die vanaf 2022 worden verkocht moeten binnen de 5 jaar voldoen aan een minimaal maatregelenpakket:
- Dakisolatie
Het energiegebruik moet worden verlaagd door het plaatsen van dakisolatie. Als voor dakisolatie de minimale R-waarde van 0,75 m²K/W niet gehaald wordt, moet dakisolatie met een maximale U-waarde van 0,24 W/m²K geplaatst worden. - Hoogrendementsbeglazing
Daarnaast moet het energieverlies ook ingeperkt worden dankzij hoogrendementsbeglazing. Als enkel glas aanwezig is, moet dat vervangen worden door beglazing met een maximale U-waarde van 1 W/m²K. - Warmte-opwekkers
Warmte-opwekkers moeten voldoen aan nieuwe eisen om de energieprestaties van een niet-residentieel gebouw te verbeteren. Alle centrale opwekkers voor ruimteverwarming die ouder zijn dan 15 jaar moeten vervangen worden, tenzij je kan aantonen dat de installatie voldoet aan de minimale installatie-eisen voor renovatie. Bij aanwezigheid van een aardgasnet in de straat mag een stookolieketel niet vervangen worden door een nieuwe stookolieketel. - Koelinstallaties
Koelinstallaties worden ook onder de loep genomen. Alle koelinstallaties die ouder zijn dan 15 jaar en gebruik maken van koelmiddelen op basis van ozonlaagafbrekende stoffen of koelmiddelen met een GWP-waarde van 2500 of hoger, moeten vervangen worden door koelinstallaties die geen gebruik maken van deze schadelijke koelmiddelen.
Kleine, niet-residentiële gebouwen moeten, aanvullend op het minimaal maatregelenpakket, vanaf 2022 een energielabel C of beter behalen. Grote niet-residentiële gebouwen zullen vanaf 1 januari 2023 nog een stap verder moeten gaan: binnen de 5 jaar na de overdracht moeten deze over een minimaal aandeel hernieuwbare energie van 5% beschikken.
Al deze maatregelen zijn van toepassing als het niet-residentieel gebouw in zijn totaliteit wordt verkocht.
Bron: Energiesparen.be
Voordelen van de renovatieverplichting
Een gebouw dat voldoet aan de renovatieplicht zal minder energie verbruiken, waardoor de prijzen van de energiefacturen zullen dalen. Bovendien biedt de renovatie een maximaal comfort aan voor de gebruikers van het pand: je kan er aangenaam verblijven, wat kan leiden tot een hogere productiviteit en een hogere tevredenheid. Bovendien komt de renovatie ten goede aan de huur- en verkoopprijs van het gebouw op de vastgoedmarkt. Meer voordelen van een energetische renovatie kan je terugvinden in dit artikel: E-peil en S-peil verstrengen in 2022.
De overheid voorziet bovendien een financieel steunpakket bij de renovatieverplichting, nl.
- Een verhoogde investeringsaftrek;
- Korting op de onroerende voorheffing van 50% of 100% gedurende 5 jaar bij een IER (ingrijpende energetische renovatie) van een niet-residentieel gebouw;
- Energiepremies van de netwerkbeheerders;
- Investeringssteun van Elia.
FAQ over de renovatieverplichting
Hieronder hebben we een kleine FAQ opgesteld om de speciale gevallen toe te lichten.
Welke gebouwen zijn renovatieplichtig?
De renovatieverplichting geldt voor een gebouweenheid, dus niet louter voor een gebouw. Een gebouweenheid die deel uitmaakt van een gebouw dat als geheel niet wordt verkocht, moet ook binnen de 5 jaar aan de renovatieverplichting voldoen (toch voor die schildelen en installaties die deel uitmaken van de gebouweenheid). Als uitzondering op de regel moet een niet-residentiële gebouweenheid niet aan de renovatieverplichting voldoen als de eenheid deel uitmaakt van een gebouw dat binnen de vijf jaar na het verwerven wordt gesloopt.
Wat als er ook andere dan niet-residentiële toepassingen zijn voor mijn gebouw?
Als de gebouweenheid verschillende bestemmingen huisvest (als er m.a.w. andere dan niet-residentiële activiteiten plaatsvinden), dan moet men kijken naar de hoofdbestemming van de gebouweenheid. Om dit te bepalen, vraag je best advies aan een expert van A-projects.
Geldt de renovatieplicht nog bij een overdracht binnen de 5 jaar?
Als het niet-residentiële gebouw wordt overgedragen gedurende de looptijd van de renovatieverplichting, dan moet de nieuwe eigenaar voldoen aan de eisen die de vorige eigenaar diende te behalen.
Geldt de verplichting ook bij een fusie/bij een verlening van het recht van opstal of erfpacht?
Bij een fusie/opslorping en bij een verlenging van het recht van opstal of een erfpacht hoeft er niet voldaan te worden aan de renovatieverplichting.

“ Het behalen van de juiste energiescores en het voldoen aan de correcte wettelijke normen wordt elk jaar ingewikkelder. Bovendien zijn er veel uitzonderingen op de huidige wetgevingen en evolueren de energiebesparende bouwtechnologieën voordurend. Het up-to-date blijven is voor veel klanten dan ook een onmogelijke opgave. Daarom is het bij een renovatie aangeraden om steeds een adviseur bij de hand te nemen die kennis heeft van zowel innovatieve bouwtechnologieën als wetgeving. ”